Eerste een paar dagen van de vakantie zijn voor mij altijd moeilijk. Vaak heb ik het gevoel dat ik iets zou moeten doen. Soms is het zo sterk dat ik het gevoel van mislukking heb. Het kan een paar dagen duren. Vreemd eigenlijk, maar ik leer om dat te accepteren.
Één week vakantie is niet genoeg voor mij. Ik kan niet meteen ontspannen en het knopje ‘reset’ indrukken. Ik heb die eerste dagen nodig om bij te komen van alles wat ik achter mij gelaten heb. Mijn werk, ideeën, plannen en projecten. Ik neem niets mee. Vakantie is er om mijn hoofd leeg te krijgen.
Als de eerste paar dagen voorbij zijn slaat mijn reset-en-relax modus aan. Ik lees veel, ik schrijf, ik kijk om me heen. Ik registreer alles, mijn zintuigen staan op scherp. Dat zijn de mooiste momenten, want dan ben ik alleen met hier en nu bezig.
Als mijn hoofd al leeg is komt de derde vakantie fase aan en dan beginnen nieuwe ideeën binnenstromen. Ik heb daar over met A., bij ontbijt, lunch en diner. Het is fijn om helemaal ontspannen over alles wat in mijn hoofd opkomt kunnen praten. Zonder drukte zie ik alles helderder. Kan ik beter relativeren.
Alles kan, niets moet. Vakantie.