Boerenkoolstamppot. Verhalen over leven in Nederland. Deel 2.

We hebben elkaar in oktober 2004 ontmoet, toen we ons aan het voorbereiden waren voor onze vlucht naar Amsterdam. We werketen toen allebei voor SkyEurope, een Slovaakse luchtvaartmaatschappij die ook een basis in Warschau had. Hij was kort daarvoor in Warschau aangekomen als piloot en ik was daar een stewardess.

Het was geen liefde op het eerste gezicht. We waren collega’s en hoe dan ook was ik niet geïnteresseerd in daten met piloten. Ik heb het tijdens mijn eerste luchtvaartbaan gezegd en ik was er nog steeds van overtuigd. Ik had niets tegen piloten, maar ik zocht geen verkering op mijn werk. Ja, ik ben voor hem naar Nederlands verhuisd, en ik ben inmiddels met hem getrouwd, maar ik heb me aan mijn beslissing vastgehouden. Ik heb nooit met een piloot gedatet. We zijn meteen een relatie aangegaan. Een relatie zonder toekomst, zoals ik toen nog dacht.

Ik was van overtuigd dat hij op een moment terug naar zijn eigen land zal keren en dat het einde van onze verkering zal zijn. Ik verwachtte niet dat het de tijd zal doorstaan, maar ik vond het heel fijn om mijn tijd met hem door te brengen, met hem te praten, samen op de bank boeken zitten lezen. Het voelde goed om bij hem te zijn.

Toen A. de baan in Nederland kreeg wist ik dat ik hem moet steunen. Het was niet makkelijk, het kwam te snel. Ik dacht dat we een jaar voor ons hadden, niet een paar maanden. Gelukkig vond hij het ook niet genoeg en heeft mij gevraagd om met hem mee te gaan.

Vond ik het een goed idee? Heb ik meteen ja gezegd? Of heb ik misschien een ander plan bedacht?